Skip to main content

Wetenschappelijk onderbouwing

Onafhankelijkheid vormt een van EFSA’s kernwaarden. In lijn met haar strategie wil de Autoriteit de onafhankelijkheid van haar deskundigen, personeel, methoden en gegevens tegen ongepaste invloeden van buitenaf beschermen en daartoe de noodzakelijke mechanismen tot stand brengen.

Daarnaast hanteert de Autoriteit een solide pakket maatregelen en werkmethoden om de onafhankelijkheid van haar wetenschappelijke werk te waarborgen en belangenconflicten te vermijden. Al deze punten worden uiteengezet en toegelicht in het onafhankelijkheidsbeleid van EFSA, dat in juni 2017 werd geëvalueerd. Het beleid wordt uitgevoerd aan de hand van de regels in het besluit over de omgang met concurrerende belangen.

Goede praktijken van risicobeoordeling

EFSA heeft een compleet scala aan goede praktijken van risicobeoordeling ontwikkeld als leidraad voor de werkzaamheden van haar wetenschappelijk comité en wetenschappelijke panels. Tevens heeft het wetenschappelijk comité van EFSA een reeks aanbevelingen over transparantie bij risicobeoordeling vastgesteld. Zo kan de Autoriteit in haar werk maximale transparantie betrachten. Kijk hier voor meer informatie.

Alle definitieve wetenschappelijke adviezen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels zijn de uitkomst van collectief overleg en gezamenlijke besluiten, waarbij elk lid een gelijke stem heeft. Geen enkele deskundige kan de besluitvorming van het panel op ongepaste wijze beïnvloeden.

Verschillen in wetenschappelijk inzicht

Voordat EFSA aan een wetenschappelijk advies begint, neemt zij een aantal maatregelen om te voorkomen dat zij het werk van andere soortgelijke instanties overdoet. Met name wisselt zij met haar adviesforum van vertegenwoordigers van de lidstaten informatie over geplande risicobeoordelingen uit. Dat doet zij via het OpenEFSA-portaal en een database waarin zulke beoordelingen zijn opgenomen.

EFSA gaat ook zo snel mogelijk na of er verschillen in wetenschappelijk inzicht bestaan tussen haar adviezen en het werk van andere lidstaten of andere nationale/regionale/internationale organen. Als dit het geval is, heeft zij een procedure om de geschilpunten toe te lichten en/of op te lossen. Dit wordt beschreven in artikel 30 van de oprichtingsverordening van EFSA en in een serie richtsnoeren voor goede praktijken van het adviesforum. Tussen 2006 en 2018 werden 13 gevallen van mogelijke verschillen opgespoord en aangepakt.

Selectie van wetenschappers

Leden van het wetenschappelijk comité, de wetenschappelijke panels, de werkgroepen ervan en andere externe deskundigen die een bijdrage aan het werk van EFSA leveren, worden op grond van hun wetenschappelijke vaardigheden en expertise geselecteerd. Dit gebeurt aan de hand van objectieve en transparante criteria. Tijdens de selectie worden de belangen van de aanvragers onderzocht om conflicten daaromtrent te voorkomen (zie hieronder).

Omgaan met concurrerende belangen

EFSA licht stelselmatig de informatie door die een deskundige in de belangenverklaring heeft verstrekt en beoordeelt of er sprake is van een belangenconflict. De doorlichting van de jaarlijkse verklaring wordt gecoördineerd en bekrachtigd door de eenheid Juridische en Assurancediensten van EFSA.

In juni 2017 heeft de raad van bestuur van EFSA een nieuw onafhankelijkheidsbeleid vastgesteld, met toevoeging van een aantal extra waarborgen. Het herziene beleid omvat nu:

  • een nieuwe definitie van een belangenconflict, waarmee EFSA voldoet aan de meest recente regels die de Europese Commissie voor haar deskundigencomités heeft vastgesteld;
  • een uitgebreide reeks voorschriften voor de zogenaamde “afkoeling”: externe deskundigen worden automatisch van lidmaatschap van de wetenschappelijke panels of werkgroepen van EFSA uitgesloten als zij in de twee jaar daarvoor in dienst zijn geweest bij organisaties die op EFSA’s werkterrein actief zijn. Dat geldt ook als zij als consultants voor die organisaties hebben gewerkt of hen van wetenschappelijk advies hebben voorzien. De afkoelingsperiodes gelden ook voor deskundigen die van zulke organisaties onderzoeksgelden (meer dan 25 % van de totale financiering van het onderzoek) hebben ontvangen;
  • de verplichting voor deskundigen om aan te geven welk percentage van hun jaarlijkse inkomsten zij hebben ontvangen van een organisatie, instantie of bedrijf dat op de werkgebieden van EFSA actief is. Deze informatie wordt gepubliceerd en voor de beoordeling van de belangenverklaring gebruikt;
  • publicatie van de lijst van “collega-instellingen van EFSA”, zoals nationale en internationale autoriteiten, universiteiten of onderzoekinstituten;
  • voor deskundigen uit lidstaten die aan collegiale toetsing doen, gelden dezelfde doorlichtings- en transparantiemaatregelen als voor de deskundigen in de panels.

EFSA heeft ook regels opgesteld om dit nieuwe beleid uit te voeren. Vanaf 1 juli 2018 is zij begonnen met de uitvoering van deze nieuwe regels die in haar besluit over de omgang met concurrerende belangen worden vermeld. Ze vervangen de criteria die EFSA tot 30 juni 2018 hanteerde om belangenverklaringen door te lichten (deze criteria werden uiteengezet in de voorschriften voor belangenverklaringen uit 2014).

Bij de beoordeling van de belangenverklaring wordt niet alleen gekeken naar de onvoorwaardelijke beperkingen die gelden voor personen die in de “voedingssector” werken of financiële investeringen in levensmiddelenbedrijven hebben gedaan; er wordt ook onderzocht hoe het zit met de belangen die de deskundige heeft gemeld in relatie tot het mandaat van de groep waarvan hij deel uitmaakt. Voor elke activiteit worden de doorlichtingscriteria op transparante wijze in de bijlage bij EFSA’s besluit over de omgang met concurrerende belangen genoemd.

Op basis van de uitkomst van de doorlichting besluit EFSA of de persoon in kwestie al dan niet zitting in de betrokken wetenschappelijke groep mag nemen en zo ja, wat dan zijn of haar rol zal zijn (bijvoorbeeld voorzitter/vicevoorzitter of lid van een wetenschappelijk panel of werkgroep).

Naast deze regelmatige doorlichting van belangenverklaringen bekijkt EFSA tweemaal per jaar een representatieve steekproef van de gecontroleerde verklaringen om na te gaan of deze volledig zijn en aan haar regels voldoen.

Als blijkt dat een deskundige relevante informatie heeft weggelaten die een belangenconflict met zich meebrengt, kan EFSA een inbreukprocedure in gang zetten, waarbij een of meer maatregelen tegen de betrokkene kunnen worden genomen. Als een dergelijke maatregel wordt toegepast, evalueert EFSA de wetenschappelijke output waaraan de deskundige heeft bijgedragen om helder te krijgen of en in welke mate hij of zij de output heeft beïnvloed.

De bevindingen van deze processen worden aan de raad van bestuur gemeld en vanaf 2019 publiceert EFSA een jaarverslag over het onafhankelijkheidsbeleid in de praktijk, dat voor iedereen toegankelijk is:

Belangenverklaringen

Alle deskundigen van het wetenschappelijk comité, de wetenschappelijke panels en werkgroepen moeten een verbintenisverklaring tekenen, waarbij zij onder meer beloven onafhankelijk te handelen. Verder moeten zij voor elke EFSA-groep waarvan zij lid zijn, jaarlijks een belangenverklaring overleggen. 

De deskundigen dienen de jaarlijkse belangenverklaring in voordat zij zitting in de betrokken wetenschappelijke groep nemen. Ze werken de verklaring ten minste eenmaal per jaar bij. Verder doen zij dat zodra er een nieuw belang ontstaat of wanneer in een eerder gemeld belang een wijziging is opgetreden.

Een jaarlijkse belangenverklaring bevat de details van de lopende activiteiten en van de activiteiten die de afgelopen vijf jaar zijn verricht. Het gaat daarbij om de volgende categorieën:

  • financiële investeringen;
  • leidinggevende taken;
  • werkgelegenheid;
  • incidentele adviesverlening;
  • lidmaatschap van een wetenschappelijk adviesorgaan;
  • onderzoeksfinanciering;
  • intellectuele-eigendomsrechten;
  • andere lidmaatschappen of affiliaties;
  • andere relevante belangen.

Tevens moeten deskundigen aan het begin van elke vergadering eventuele aanvullende belangen mondeling melden. Vervolgens lichten EFSA-medewerkers het gemelde belang door. Als een belangenconflict wordt vastgesteld, mag de deskundige niet aan de bespreking deelnemen. Mondelinge belangenverklaringen en de uitkomst van de doorlichting of maatregelen om te voorkomen dat het vastgestelde belangenconflict zich voordoet, worden gerapporteerd en in de notulen van de vergadering opgenomen.

EFSA-medewerkers

EFSA-medewerkers handelen in het openbaar belang en hebben diverse verplichtingen op grond van het Statuut van de ambtenaren van de EU die gelden voor alle ambtenaren die werkzaam zijn binnen de instellingen, organen of agentschappen van de EU. Zij moeten onder meer onpartijdig en integer handelen, belangenconflicten vermijden en deze in voorkomend geval onmiddellijk melden. EFSA organiseert regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten voor haar personeel om een interne cultuur te bevorderen die zich niet verdraagt met partijdigheid.

EFSA vraagt haar personeel en sollicitanten een jaarlijkse belangenverklaring in te vullen. Deze verklaring wordt vóór de werving van de kandidaat doorgelicht. Zo wordt voorkomen dat medewerkers worden toegewezen aan projecten als dat tot belangenconflicten kan leiden. EFSA publiceert proactief de jaarlijkse belangenverklaringen van haar hoger leidinggevend personeel online, hoewel zij daar wettelijk niet toe is verplicht.

Procedure voor aanbestedingen en toekenning van subsidies

Op grond van de openbare aanbestedingsprocedures voor de wetenschappelijke activiteiten van EFSA moeten natuurlijke en rechtspersonen een belangenverklaring overleggen.

Bovendien moeten inschrijvers of subsidieaanvragers een belangenverklaring overleggen voor elk lid van het team dat een bijdrage aan het project gaat leveren.

Met het oog hierop licht EFSA zo’n verklaring door en stelt zij vast of een gemeld belang een belangenconflict vormt, en wel aan de hand van objectieve en transparante criteria die zijn neergelegd in bijlage 2 bij het besluit over de omgang met concurrerende belangen. Wanneer een belangenconflict wordt vastgesteld, en de inschrijver of subsidieaanvrager kan een dergelijk conflict niet voorkomen of geen passende alternatieve deskundige voorstellen, dan volgt uitsluiting van de procedure.