Skip to main content

Woordenlijst

Deze meertalige woordenlijst bevat gemakkelijk te begrijpen definities voor de belangrijkste wetenschappelijke termen op het gebied van risicobeoordeling die op deze website worden gebruikt. Termen en definities daarvan zijn in onze communicatieproducten als pop-ups opgenomen om begrippen uit te leggen aan het algemene publiek.
In de woordenlijst wordt gebruikgemaakt van standaardspelling in het Engels. Acroniemen worden met hoofdletters geschreven. Termen worden met kleine letters geschreven. De termen en verklaringen worden vertaald in alle 24 officiële talen van de EU.
De woordenlijst wordt regelmatig bijgewerkt. Relevante ontbrekende termen kunnen voor opname in de lijst worden voorgesteld via het online vragenformulier.

Disclaimer: De definities in de woordenlijst zijn uitsluitend bedoeld om de gebruikers van deze website te helpen wetenschappelijke terminologie te begrijpen. De definities kunnen verschillen van die in de wetgeving van de Europese Unie en in het EFSA-tijdschrift.

A


Een verandering in de bodemkwaliteit die negatieve gevolgen heeft voor het vermogen om het ecosysteem te voeden of te ondersteunen.

De laagste concentratie van een stof die met behulp van standaardtests kan worden gedetecteerd, maar die te klein is om met zekerheid te worden gemeten.

Een schatting van de hoeveelheid van een stof in levensmiddelen of drinkwater die gedurende een leven dagelijks kan worden geconsumeerd zonder een noemenswaardig risico voor de gezondheid te vormen. Het wordt gewoonlijk uitgedrukt in milligram van de stof per kilogram lichaamsgewicht per dag en geldt voor chemische stoffen zoals levensmiddelenadditieven, residuen van bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

De periode waarin aanvullende voedingsmiddelen aan een zuigeling worden gegeven, samen met moedermelk of flesvoeding of beide.

Kan bestaan uit dranken, gepureerde lepelvoeding, lepelvoeding met brokjes of met de handen te eten hapjes, die thuis worden bereid of voor de handel worden geproduceerd.

Eenmalige of zeer korte blootstelling aan een stof, gewoonlijk minder dan 24 uur.

Een voedingsaanbeveling die wordt gebruikt wanneer er onvoldoende gegevens zijn om een gemiddelde behoefte te berekenen. Een adequate inname is het gemiddelde nutriëntenniveau dat dagelijks door een typische gezonde bevolking wordt geconsumeerd en dat geacht wordt toereikend te zijn voor de behoeften van de bevolking.

De aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) is een schatting van de hoeveelheid van een stof in levensmiddelen of drinkwater die in de loop van een mensenleven dagelijks kan worden geconsumeerd zonder een noemenswaardig risico voor de gezondheid. De ADI wordt gewoonlijk uitgedrukt in milligram van de stof per kilogram lichaamsgewicht en geldt voor chemische stoffen zoals levensmiddelenadditieven, residuen van bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

Een afkorting voor “absorptie, distributie, metabolisme en excretie”, de vier belangrijkste processen die beschrijven hoe geneesmiddelen en chemische stoffen in het lichaam terechtkomen, wat er gebeurt terwijl ze er zijn, en hoe ze worden verwijderd.

Chemische stof die wordt gevormd wanneer een stof afbreekt of uiteenvalt.

Een manier om te beschrijven hoe snel een stof (bijv. verontreiniging in een rivier) uiteen zal vallen en uit een milieu zal worden verwijderd.

Adequate inname (AI) is een voedingsaanbeveling die wordt gebruikt wanneer er onvoldoende gegevens voorhanden zijn om de gemiddelde behoefte te berekenen. AI is het gemiddelde nutriëntenniveau dat dagelijks door een typische gezonde bevolking wordt geconsumeerd en dat geacht wordt toereikend te zijn voor de behoeften van de bevolking.

Een soort gezondheidsclaim waaruit blijkt dat een nutriënt of voedselingrediënt van invloed kan zijn op de instandhouding van de normale menselijke gezondheid of prestaties, of beheersing van het gewicht kan ondersteunen.

Een normaal onschadelijke stof, zoals een ingrediënt in een levensmiddel, die bij een gevoelige persoon een (onmiddellijke) allergische reactie veroorzaakt.

Het vermogen om een abnormale immuunrespons te initiëren die leidt tot een allergische reactie bij een persoon.

Een methode die kan worden gebruikt bij onderzoek ter vervanging van traditionele dierproeven door niet-invasieve methoden of substitutie. Zie ook vervanging, vermindering en verfijning (3 V’s).

De bouwstenen waaruit eiwitten bestaan. Sommige kunnen worden geproduceerd door het menselijk lichaam, terwijl andere alleen via de voeding kunnen worden verkregen.

Chemische stof die in het algemeen geen koolstof bevat; bijvoorbeeld water, zuurstof, natriumchloride.

Beschrijft een stof die tegen een andere stof in werkt, waardoor de gevolgen ervan teniet worden gedaan; bijvoorbeeld een hormoon dat, wanneer het in het lichaam vrijkomt, verhindert dat een ander hormoon werkt.

Een wetenschapsgebied waarin het effect van toxische stoffen op het waterleven (bijv. vissen, schaaldieren, waterplanten en algen) wordt onderzocht.

De gemiddelde behoefte (AR) is het gehalte van een voedingsnutriënt dat voldoet aan de dagelijkse behoeften van de helft van de mensen in een typische gezonde populatie.